Loading...
 

STAP 5

... MET DE KRACHT VAN DE HEILIGE GEEST

Vooraf

Doel

Vanuit verschillende activiteiten en hun beleving erbij, kunnen de vormelingen de betekenis van symboolgeladen handelingen in het vormsel verwoorden.

Symbool

HEILIGE GEEST – duif

Heilige Geest


Benodigdheden

. Blinddoek
. Zonnecrème, massage-olie, geneeskundige zalf, olijfolie...
. Evenveel stenen en bladen papier als er vormelingen in de groep zijn / of één steen en één blad papier, olie (eventueel in druppelteller), steen waarop vooraf haarlak is gespoten.
. Foto’s van: handoplegging; zalving; document met zegel (eventueel: zegelring) (Voorstel)

Vormselmap

. Vragen aan de bisschoppen
. Symbolen in het vormsel
. Handoplegging; de vrucht van de Heilige Geest

De werkbladen op deze website werden niet genummerd, zodat men in alle vrijheid bladen kan weglaten of toevoegen. Klik hier voor die werkbladen (STAP 5).

Bron

Samuel plus 8, bijlage bij Samuel 25 april 2003, nr 8.





Verloop

. Onthaal
. Kringgesprek: vragen over het vormsel
. 1e activiteit: handoplegging
. 2e activiteit: zalving
. 3e activiteit: bezegeling
. Woordrooster: vruchten van de heilige Geest




Onthaal

Gebed

Kom, heilige Geest.

Laat mij U kennen
en in mij wonen.

Ik wil U zien
in de mensen om mij heen.
Ik wil U horen
in de stem van wie verdriet heeft.

Ik wil U zien
in allen die mij helpen.
Ik wil U horen
in iedere stem die mij roept.

Kom heilige Geest,
met uw kracht en uw licht.




Situering in het liturgisch jaar

De vormelingen nemen hun overzicht van het liturgisch jaar, en duiden ongeveer aan op welk moment van het liturgisch jaar ze zich nu bevinden. Sta nog even stil bij de liturgische kleur.
Besteed kort aandacht aan eventuele verjaardagen. (Verjaardagskalender)





Kringgesprek: vragen over het vormsel

Benodigdheden
Eerste bladzijde uit de vormselmap (stap 5)

De vormelingen bereiden zich voor op het vormsel. Een aantal jaren geleden hadden een aantal kinderen een aantal vragen, die door de bisschoppen van toen beantwoord werden.
De vormelingen lezen in stilte de vragen en ook de antwoorden.
Nadien kleuren ze het antwoord dat hen het meeste trof.
Hun eigen vragen schrijven ze op de ommezijde van het blad met de antwoorden van de bisschoppen.


Kringgesprek
Bespreek met de kinderen wat hun in de vragenlijst aan de bisschoppen het meest geboeid heeft.
- Waarom was dat?
- Welke vragen werden niet beantwoord?
Ga in op de vragen voor zover je er zelf een antwoord op weet. Noteer de overige vragen die je dan tijdens de volgende bijeenkomst (na overleg met medecatechisten en/of pastoor) zult beantwoorden.


Belangrijk
Voorzie voldoende tijd voor dit kringgesprek.





Activiteit 1: Handoplegging

Doel
De vormelingen kunnen vanuit eigen ervaringen met handoplegging komen tot de betekenis die handoplegging in het vormsel heeft.


Benodigdheden
Blinddoek.




Ervaringsspel 1
De vormelingen gaan per twee staan. De eerste krijgt een blinddoek aan, de tweede legt de hand op de eerste en leidt die door de ruimte.
Aansluitend gesprek vanuit de volgende vragen:
- Als je geleid moet worden, hoe voel je jou dan?
- Als je mag leiden, hoe voel je jou dan?
Een betekenis van de handoplegging is zeker: vertrouwen.




Ervaringsspel 2 (eventueel)
Geef een hand aan de persoon die naast je zit.
- Welke gevoelens komen er nu bij je op?

Leg je hand op de schouder van je buur.
- Welke gevoelens krijg je nu?

Leg nu je hand op het hoofd van je buur.
- Welke gevoelens roept dit bij je op?
Dit kan zijn: nabijheid, betrokkenheid, bescherming, vriendschap ...




Toepassing
Toon een foto van de handoplegging bij het vormsel. (Voorstel) De vormelingen verwoorden wat de betekenis hiervan is (vanuit hun ervaring). Daarna noteren ze de belangrijkste betekenissen in de hand.
Derde bladzijde uit devormselmap (stap 5)


BETEKENIS VAN DE HANDOPLEGGING
In het dagelijks leven
Als je iemand de hand op de schouders legt, wil je hem tonen dat je hem nabij bent, dat hij op jou kan rekenen. Als vader of moeder hun kind de hand opleggen, willen zij laten zien dat zij hun kind beschermen.


In de Bijbel
In de Bijbel drukt men met het opleggen van de handen uit dat God begaan was met de persoon op wie men de handen legde en dat Hij voor die persoon het goede wilde.

Bijvoorbeeld:
- Jezus legt zieken de handen op.
- Bij de eerste christenen gaf men met de handoplegging de volmacht tot belangrijke taken door (vgl. wijding tot diaken of priester).


In het vormsel
De handoplegging bij het vormsel door de bisschop of de vormheer betekent:
. God beschermt je
. God zegent je, is je nabij, heeft het goed met je voor.
. God geeft je de opdracht als christen te leven.






Activiteit 2: Zalving

Doel
De vormelingen kunnen vanuit eigen ervaringen met zalf komen tot de betekenis die zalf in het vormsel heeft

Benodigdheden
. Zonnecrème, massage-olie, geneeskundige zalf...
. Stenen, olie, steen waarop vooraf haarlak is gespoten
. Foto’s van: handoplegging; zalving; document met zegel (Voorstel)




Ervaring 1
Op een tafel staan allerlei producten waarin olie verwerkt is.
- Wat zie je hier op de tafel liggen?
- Waarvoor dient dat allemaal?
- Wat is er gemeenschappelijk aan al deze producten?
- Hoe voelt olie aan?
- Wat gebeurt er als we olie morsen?

Geef elk kind een steen (ev. papier) en laat er druppels water, daarna druppels olie op vallen.


Informeer:
Olie is onuitwisbaar, alles doordringend. Vergelijk eventueel met water: water dringt niet door in het blad, de olie wel. Dit is ook de bedoeling van zalf in het vormsel: zoals de zalf doordringt in elke vezel van het papier, zoals het chrisma doordringt in de huid, zo tonen christenen dat ze doordrongen willen zijn van Jezus' geest:
Ze willen God in hun leven een plaats geven, zoals Jezus.
Ze willen opkomen voor de mensen, zoals Jezus.

Chrisma is een mengsel van olijfolie en balsem en wordt op Witte Donderdag door de bisschop gewijd. Chrisma dient ook voor de wijding van het kerkgebouw, het altaar en de handen van de priester. De dopeling wordt ermee gezalfd en later de vormeling.
Vertel over dat moment in het vormsel. Toon het voor of toon er een foto van.




Ervaring 2
Neem twee stenen (op één van de stenen/keien heb je eerst haarlak gespoten).
Op beide stenen doe je olie.
- Wat zie je?
De olie dringt in de steen zonder haarlak en maakt een olievlek.
De olie blijft staan op de steen met haarlak, of druipt ervan af.


Informeer:
De olie kan maar doordringen in de steen, wanneer alle poriën van de steen openstaan. Wanneer men die poriën afsluit, dan kan de olie er niet in doordringen. Zo kan de heilige Geest alleen maar werken in gelovigen wanneer men zich voor die heilige Geest openstelt.

BETEKENIS VAN ZALF

In het dagelijks leven
Zalf wordt op wonden gedaan om ze te genezen of wordt op de huid gesmeerd om de huid soepel te houden.


In de Bijbel
Zalving is een teken voor het meedelen van de Geest van God.
Koningen, priesters en profeten werden gezalfd: Gods Geest gaf hun de kracht het volk te leiden volgens de wil van God.
Zo wordt ook Jezus in het Nieuwe Testament de ‘Christus’, de ‘Gezalfde’ genoemd.


In het vormsel
Het zalven van de vormeling betekent dat de jonge christen op eigen verantwoordelijkheid kiest om Jezus te volgen.
Zoals zalf kan doordringen met zijn kracht (vgl. massage), zo doordringt de Geest de gelovige met zijn kracht, zodat hij meer kan gelijken op dé Gezalfde, op Christus. Maar als men zich afsluit voor de werking van de heilige Geest, dan kan die Heilige Geest zijn kracht niet langer doorgeven.






Bezegeling

Doel
De vormelingen kennen de betekenis van het vreemde woord ‘bezegeling’

Benodigdheden
. Foto’s van een document met zegel (voorstel)

Toon een foto van een document dat verzegeld is of een zegelring om de betekenis van het woord ‘zegel’ toe te lichten. Een zegel geeft aan dat men achter het document staat, dat men aan de inhoud van het document zijn volste vertrouwen geeft. Een zegelring symboliseert de identiteit van de persoon die hem draagt. Zegelringen werden vroeger gebruikt om een stempel te zetten in het was waarvan een zegel is gemaakt.
De bezegeling is geen aparte handeling, maar wordt uitgesproken tijdens het zalven. De bisschop of de vormheer zegt dan: 'Ontvang het zegel van de Heilige Geest, de gave Gods'. Daarbij maakt hij een kruisteken op het voorhoofd van de jongere, zoals destijds de priester, de ouders, de peter en de meter bij het doopsel deden. Zo wil hij duidelijk maken hoe groot het vertrouwen van God is in diegene die gevormd wordt.

BETEKENIS VAN DE BEZEGELING

In het dagelijks leven
Vroeger betekende een zegel heel wat meer dan nu. Het was iets dat men aanbracht op een perkament, een plechtige akte of oorkonde. Je kunt het vergelijken met een soort handtekening, een vingerafdruk.


Bij het vormsel
Wie gevormd wordt, krijgt het persoonlijk zegel van God op zijn voorhoofd. God drukt zijn naam in de vormeling. In de bezegeling komt de trouw van God tot uitdrukking. Zoals een zegel de echtheid van een tekst garandeert, zo stelt God zich garant voor de vormeling: Hij beschermt hem en maakt zich duidelijk door de Geest, die Jezus gezonden heeft.


Vormselmap
De vormelingen groeperen de woorden die op het tweede blad van stap 5 in de vormselmap voorkomen:
Met de kleur waarmee ze HANDOPLEGGING inkleuren, kleuren ze alle woorden die ermee te maken hebben.
Hetzelfde voor: ZALVING en BEZEGELING


Correctiesleutel

ZALF HANDOPLEGGING BEZEGELING
Kracht, dynamiek, fitheid, genezen. Ik heb het goed voor met jou
Bescherming, nabijheid, ik geef jou een opdracht. Ik vertrouw je


Worden niet gekleurd: onbetrouwbaar, wantrouwen, durf, afwezigheid, moed





Vruchten van de Heilige Geest

Benodigdheden
Woordrooster op de laatste bladzijde van de vormselmap (stap 5)


Extra info
Paulus over de vruchten van de Heilige Geest
^
Aan de vruchten herkent men de boom.
Hoe kun je weten of iemand doordrongen is van de Heilige Geest?
Paulus schreef hierover in een brief aan de christenen van Galatië (Galaten 5, 22-23)
Lees dit stukje voor uit de Bijbel.
Paulus zei dat er zeven kenmerken zijn bij iemand die aan de heilige Geest een plaats geeft in zijn leven. Die gaven kun je vinden in het rooster.


Correctiesleutel

B D E Z E L F B E H E E R S I N G
V T L A L D V R E D E P L I O K O
U X R P R A R T E I K T Z L O P E
S P O K U R E F D N R G E D U L D
V E R T R O U W E N T E R M S T H
Q C I P E L G M A K O L I E F D E
H W R B I R D P L O K I T A A W I
M J N V R I E N D E L IJ K H E I D
Z A C H T M O E D I G H E I D G Z



Aandachtspunt
Een drietal woorden moeten vooraf wat toegelicht worden omdat ze niet courant gebruikt worden:
vertrouwen (geloof), zelfbeheersing, zachtmoedigheid.